Schadenet Dampten investeerde recent ‘volop’ in duurzaam schadeherstel. Zo doet Schademanager Peter Garritsen er alles aan om tijd te besparen in het schadeherstelproces van zijn team. “Hoe efficiënter de jongens werken, hoe beter je rendement.”

Autoschade Dampten verhuisde vorig jaar naar een nieuw pand in Zwaag. In dit Noord-Hollandse plaatsje investeerde het bedrijf sindsdien in duurzame technieken, niet alleen om te ‘vergroenen’, maar ook om een rendementsslag te slaan. De meest ingrijpende verandering: het overschakelen op gasloos schadeherstel.

Het bedrijf gebruikt nu naast een reguliere spuitcabine ook infraroodtechnieken. Zo staan er vier infrarood all-in-one-spuitcabines, waarvan één voor trucks en aluminium schadeherstel, klaar om voertuigen te spuiten en te drogen. Daarnaast investeerde Dampten in technieken zoals vierpunts-laseruitlijnapparatuur en computergestuurde meet- en kalibratiesystemen. “Die technieken zijn op zich niet nieuw in de schadebranche, maar juist een combinatie van de verschillende technieken maakt het bedrijf rendabel”, zo stelt schademanager Peter Garritsen. “Het is de combinatie van zonnepanelen, een warmtepomp de infrarood-spuitcabine’s en slim stroom inkopen wat het energieverbruik enorm omlaag haalt.”

Flink geïnvesteerd

Bij binnenkomst in de zaak worden klanten begroet bij een moderne receptie, waar ze op een computer gemakkelijk kunnen zien wat voor schade een auto heeft en hoe die gerepareerd kan worden. In de ruimte ernaast, in de werkplaats, wordt zwaar geschut ingezet om auto’s schadevrij te krijgen. De werkplaats staat vol met auto’s op verschillende bruggen, monteurs sleutelen, schuren en spuiten erop los terwijl ze volle concentratie behouden, en er zijn aparte afdelingen voor elk onderdeel van het schadeherstelproces. Peter Garritsen ziet het tafereel goedkeurend aan.

Om dat voor elkaar te krijgen heeft het bedrijf naar eigen zeggen ‘flink’ geïnvesteerd. Eigenaren Pieter en Bas van der Linden van Sprankhuizen twijfelden geen seconde over die investeringen. “Je kunt het maar een keer goed doen”, vertelt Bas. “De huur is hoger dan bij onze vorige locatie, maar dat nemen we voor lief.” Op de plek van de vorige locatie van het schadebedrijf kwam woningbouw, waardoor het schadebedrijf moest verhuizen. “We besloten om voor het nieuwe pand zo duurzaam mogelijk te investeren. De combinatie van duurzame technieken levert tijdwinst op die je zaak rendabel kan maken. De energiekosten zullen in de toekomst alleen maar hoger worden.”

Doorlooptijd

De vraag is nu hoe het bedrijf zijn investeringen terug gaat verdienen. Garritsen: “De tijdswinst die wij hebben gekregen door het duurzaam schadeherstel zorgt ervoor dat een auto ook eerder schadevrij is. Daardoor scheelt het ons in de dagen dat we een huurauto moeten regelen voor klanten. Dat is kostenbesparend. En omdat het minder tijd kost om schade te herstellen, konden wij onze huurvloot verminderen van 25 naar 22 auto’s. Dat komt puur omdat de doorloopsnelheid van alle auto’s omhoog is gegaan. En dat scheelt aanzienlijk: een huurauto kost zo’n 500 euro per maand, dus uiteindelijk bespaart dit ons maandelijks zo’n 2.000 euro.”

Ook zorgen de nieuwe isolatiematerialen en de zonnepanelen voor een besparing in energiekosten, vervolgt Garritsen. “Het klopt wel dat de huurkosten door de verhuizing naar de nieuwe locatie zijn verdubbeld, maar de energiekosten zijn ook met de helft afgenomen.”

Volgens de schademanager is ook de spuitcabine efficiënter door het gebruik van infraroodlampen, zorgen energiezuinige schuurmachines met ingebouwde stofzuigers voor een ontlasting van compressors, en helpt het voorverwarmen van de werkplaatsvloer rond middernacht (wanneer elektriciteit goedkoper is) mee met een besparing van energiekosten.

Efficiënter

Ook gebruikt het schadebedrijf zoveel mogelijk technieken waardoor het schadeherstelproces efficiënter verloopt. Het bedrijf gebruikt speciale bruggen waarmee een auto compleet met alle wielen van de grond komt (wiel- en dorpelopname op dezelfde brug). Garritsen wijst de werkplaats in naar zo’n brug: “Daardoor hoeven monteurs niet meer speciaal een krik te pakken en zijn ze eerder klaar met een auto.” Die kleine tijdswinst is onderdeel van de grotere strategie van het bedrijf, namelijk: op elk onderdeel van het schadeherstelproces tijd besparen. Daardoor is Autoschade Dampten aan het einde van de som rendabeler en winstgevender, zo stelt Garritsen.

Formule

Autoschade Dampten heeft één vestiging en is aangesloten bij Schadenet. Kan een schadebedrijf met één vestiging zonder formule-aansluiting nog wel bestaan? Garritsen: “Dat ligt aan de regio waar het schadebedrijf gevestigd is. Vooral in de Randstad is die aansluiting nodig omdat daar veel concurrentie zit van andere schadeherstellers. Eigenlijk is de enige uitzondering waarin je zonder formule kan blijven bestaan als je in een klein dorp zit waar minder concurrentie is”, vertelt Garritsen.

Bij het afsluiten van je polis kan je

niet kiezen om naar duurzaam schadebedrijf gestuurd te worden

Specialisaties zorgen ervoor dat een autoschadebedrijf een bepaalde groep klanten aantrekt. Zo heeft Autoschade Dampten een Opel- en Renault-merkerkenning. Maar het merendeel van de schades zijn gestuurd en komen bij leasemaatschappijen en verzekeraars vandaan. “Als je een contract hebt met verzekeraars, dan zijn wij natuurlijk een Schadenet-vestiging waardoor we gegarandeerd de gestuurde schades van die formule krijgen.” Het bedrijf repareert daarom ook alle soorten auto’s, waaronder EV’s.

Gestuurde schade

Naast de nieuwe technieken in de werkplaats heeft het schadebedrijf ook geïnvesteerd in het interieur van het pand. En met een reden, vertelt Garritsen. “Wij vertegenwoordigen een verzekeraar, en vinden dat mensen netjes ontvangen moeten worden.”

Toch is Garritsen enigszins kritisch op de schadesturing van leasemaatschappijen en verzekeraars. “Klanten worden door leasemaatschappijen en verzekeraars naar een aangesloten Schadenet-bedrijf gestuurd, ongeacht of zij duurzaam zijn. Er is eigenlijk geen initiatief vanuit die partijen om klanten naar een duurzame schadehersteller te sturen”, vertelt hij. Zo kunnen klanten wel kiezen uit een vrije polis, of een situatie waarin zij verplicht naar een bepaalde schadehersteller moeten gaan. Mensen kiezen vaak de aanbeveling van de verzekeraar, zo krijgen ze namelijk de beste deal. “Ik vind dat de klant daarin meer keuzevrijheid moet hebben. Bij het afsluiten van je polis kun je wel kiezen of je naar een gestuurde schadestroom wil, maar je kan niet aangeven of je ook naar een duurzaam schadebedrijf gestuurd kan worden.”

Als je flink hebt geïnvesteerd, dan wil je ook de klanten hebben waarvoor je het risico hebt genomen

Volgens Garritsen wordt de investering van een bedrijf in duurzaam schadeherstel daardoor nog niet optimaal beloond. “Als je flink hebt geïnvesteerd, dan wil je eigenlijk ook de klanten hebben waarvoor je het investeringsrisico hebt genomen.” Garritsen ziet dat het druk is op de schademarkt. “Verzekeraars en leasemaatschappijen moeten hun auto’s wel kwijt voor het schadeherstel.” Hij staat er daarom ook niet van te kijken dat verzekeraar Achmea en dealer-Louwman weer samen zijn gaan werken. “Als Louwman dit niet had gedaan, dan kampt de regio waarin ze zitten met ongeveer vier weken langere wachttijden.” En dat komt mede door de ondercapaciteit van het personeel in de sector. “Je mist in de schadesector gewoon veel personeel. Medewerkers zijn moeilijk te vinden.”

Toveren

Personeel aantrekken en behouden is een heet hangijzer in de schadebranche. “Er zijn de afgelopen jaren veel goede schadeherstellers of autospuiters uit het vak gestapt omdat ze ergens anders gewoon meer konden verdienen. Veel schadepersoneel is bijvoorbeeld overgestapt op de montage van zonnepanelen. Daarvoor heb je dezelfde montage-kennis nodig, maar het salaris is hoger,” weet Garritsen. Toch ziet hij bij Autoschade Dampten niet veel onderbezetting in de werkplaats. Hij gelooft dat een modern pand helpt om personeel te werven en behouden. Ook gelooft Garritsen in het motiveren van zijn team. Verder heeft hij in de kantine verschillende schalen met fruit klaar staan voor zijn team om zo te voorkomen dat iemand ziek wordt. “Ik heb ze allemaal nodig”, stelt hij.

Volgens Garritsen meldt ondanks de problematiek in de schadesector genoeg personeel zich bij het schadeherstelbedrijf in Zwaag. Dat komt mede door partnerschappen met opleiders. ”Maar ik moet wel zeggen, meer vakmensen, die zoek ik nog wel. De echte schadeherstellers die het vak al jaren doen. Ik heb gelukkig zo’n schadehersteller hier nog rondlopen. Die man is 75 jaar oud. Elke woensdag komt hij toveren. Een gigantische deuk waar andere jongens twee dagen mee bezig zijn, die heeft hij binnen zes uur klaar. Dat soort mensen zoek je eigenlijk. Mensen die kunnen toveren.”