Het aantal gestolen voertuigen is de afgelopen jaren stabiel; toch is er reden tot zorg. De criminelen achter autodiefstal blijken steeds professioneler en beter georganiseerd. Dat blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door Bureau Beke in opdracht van Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc).

Delicten
De dieven hebben het met name voorzien op jonge en snelle auto’s. Ook worden gestolen auto’s vaker gebruikt om ernstige delicten mee te plegen en worden ze minder vaak teruggevonden. Slechts één op de drie auto’s wordt teruggevonden. Internet speelt hier ook een grote rol: steeds meer gestolen auto’s die een nieuwe identiteit krijgen (duplo’s of klonen) en ontvreemde onderdelen worden er verkocht. Guus Wesselink, directeur AVc: “Autodieven beschikken over blanco kentekenplaten en apparatuur om zelf kentekenplaten te maken. Deze machines zijn gestolen en de opsporing verloopt moeizaam. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.”

Financiële schade
De schade door diefstal van voertuigen tot en met drie jaar oud bedroeg voor verzekeraars in 2012 meer dan 100 miljoen euro, een stijging van 56 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2013 zal deze stijging naar verwachting doorzetten en tussen de 140 en 150 miljoen euro bedragen. De schade als gevolg van gestolen auto-onderdelen en goederen uit auto’s, bedraagt 350 miljoen euro.
Auto’s, onderdelen en werkmaterieel worden zowel in Nederland als het buitenland verkocht. Landen die gestolen voertuigen op aanvraag bestellen, zijn vooral Midden- en Oost-Europa en de Baltische Staten. SUV’s en hybride voertuigen zijn vooral in trek in Rusland en Litouwen.